De depressieve stoornis gaat in 45% van de gevallen gepaard met een comorbide persoonlijkheidsstoornis. Patiënten wenden zich eerder tot de zorg voor hun stemmingsklachten dan voor hun persoonlijkheidsstoornis. Wat betekent dit voor de differentiaal diagnostiek? Over het algemeen wordt aangenomen dat de aanwezigheid van een comorbide persoonlijkheidsstoornis het behandelen van een depressie minder effectief maakt. Maar wat leert recent wetenschappelijk onderzoek ons hierover? Kan een persoonlijkheidsstoornis de behandeling van depressie beïnvloeden, zo ja hoe en welke rol speelt persoonlijkheidsproblematiek bij de behandeling van moeilijk behandelbare depressie?